Hoofdstuk 10/voorrangsregels

Je mag 5 m vóór en 5 m ná een zebrapad (voetgangersoversteekplaats) niet stilstaan of parkeren.

Je mag 5 m vóór en 5 m ná een bocht niet stilstaan of parkeren.

Je mag 5 m vóór en 5 m ná een kruispunt niet stilstaan of parkeren.

Je mag 12 m vóór en 12 m ná een bushokje of bushalte niet parkeren.

 

Voorrangsregels
Voorrang betekent het recht om iets als eerst te mogen doen of te krijgen. Je hebt de term voorrang vast weleens in het verkeer gehoord. Voorrang geldt alleen als er geen andere verkeerstekens zoals voorrangsborden of haaientanden staan. Voor wie gelden de voorrangsregels? Moeten alleen bestuurders ze opvolgen of moeten de voetgangers ze ook volgen?
Wanneer verleen je voorrang?
De hoofdregel is: bestuurders van rechts hebben voorrang. Fietsers hebben ook voorrang van rechts, voor voetgangers geldt dit niet omdat zij geen bestuurders zijn. Ga je uit een uitrit? Dan moet je al het ander verkeer voor laten gaan, ook voetgangers. Nader je een rotonde en is de voorrang door een verkeersteken aangegeven? Dan moet je bestuurders die op de rotonde rijden voorrang geven. Blijf je op een doorgaande weg dan moet het andere verkeer jou voor laten gaan. Rechtdoor rijden is namelijk geen bijzondere verrichting. Bijzondere verrichtingen zijn afslaan, invoegen of stilstaan. Bestuurders die bijzondere verrichtingen doen mogen niemand hinderen en moeten daarom altijd het overige verkeer voor laten gaan. Ook moet je voorrang verlenen aan spoorvoertuigen, voetgangers die oversteken en voertuigen met sirene.
Wanneer gelden voorrangsregels?
Tijdens het uitvoeren van een bijzondere verrichting gelden de voorrangsregels voor voetgangers en alle andere weggebruikers. Hieronder vallen onder meer het verlaten van een uitrit, het inrijden van een inrit of parkeren. Tijdens deze handelingen moet je iedereen voorrang verlenen. Ook bij een zebrapad gelden de voorrangsregels voor voetgangers. Stop op tijd om alle voetgangers te laten oversteken. Een voetganger geen voorrang verlenen is gevaarlijk en in sommige gevallen zelfs strafbaar. Houd daarom altijd de voorrangsregels voor voetgangers goed in de gaten en wees extra op je hoede als je rijdt in de bebouwde kom. Hier kom je immers niet alleen veel voetgangers tegen, maar ook spelende en soms onoplettende kinderen. Voorrang verlenen betekend dus dat andere voertuigen of voetgangers voor jou moeten gaan.

 

 

Ezelsbrug bij voetgangers; Wanneer laten we voetgangers voor gaan? (kijk naar de voetganger)

Voetganger is geen bestuurder.

Soms kun je alleen aan de vorm van het verkeersbord (bij sneeuw) opmaken wie voorrang heeft.

Zie je voorkant van de voetganger? Ja, voor laten gaan!

Zie je de achterkant van de voetganger? Ja, voor laten gaan!

Zie je de zijkant van de voetganger? Neen, niet voor laten gaan! Tenzij je een van de borden ziet(einde erf,  uitrit, zebrapad). Dan wel voor laten gaan van de voetganger!

Regel; Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg vanuit dezelfde richting gaat voor het afslaande verkeer.

 

Voorrangsregels;

Regel 1; Het voertuig achter haaientanden is altijd het laatste voertuig. (niet perse laatste weggebruiker, bijvoorbeeld voetganger).

Regel 2; Denk niet alleen  vanuit je eigen personenauto. (jezelf verplaatsen in de andere voertuigen).

Regel 3; Houd je altijd aan deze voorrangsvolgorde, op een gelijkwaardig weg geef je altijd voorrang aan bestuurders van rechts, recht doorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor al het afslaande verkeer, korte bocht gaat voor lange bocht.

 

Techniek bij voorrangsvragen,

1.   Hoeveel voertuigen zijn er in het spel? Voertuigen tellen.

2.   Zijn er haaientanden in het spel?

Recht doorgaand verkeer op dezelfde weg, vanuit dezelfde richting, gaat voor het afslaand verkeer.

Korte bocht, gaat voor lange bocht.

Op een gelijkwaardig kruispunt geef je voorrang aan bestuurders van rechts.

Hoeveel voertuigen zijn er? Zijn er haaientanden?

Tram met haaientanden gaat voor ander voertuig met haaientanden! Tram voorrangsvoertuig.!!

 

 

 

 

 

 

Kruispunt herkennen
Je kunt een kruispunt vaak herkennen door verkeer dat links en rechts de weg kruist. Maar hoe herken je een kruispunt als er geen kruisend verkeer aanwezig is? Je kunt een kruispunt ook herkennen aan de openingen tussen huizen of een bomenrij die ineens stopt en na een aantal meters weer verder gaat. In het verkeer maken we onderscheid tussen gelijkwaardige kruispunten en ongelijkwaardige kruispunten. Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang door borden, verkeerslichten of verkeerstekens dan spreken we over een gelijkwaardig kruispunt. Op gelijkwaardige kruispunten geldt automatisch de hoofdregel van de voorrang.

De betekenis van haaientanden; verleen voorrang aan bestuurders op een kruisende weg.

Korte bocht gaat voor de lange bocht.

Ga je rechtdoor op voorrangsweg heb je altijd voorrang.

Als je een ambulance ziet met optische geluidssignalen en een kruispunt nadert dan moet je zoveel mogelijk rechts rijden en de weg blijven volgen tot je ruimte kunt maken voor de ambulance.

Je mag in principe nooit door rood rijden om ruimte te maken als achter je een ambulance nadert met optische geluidssignalen.

Op gelijkwaardige weg moet je een militaire colonne die van rechts komt voor laten gaan.

Andere bestuurders dan fietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen mogen een FIETSSTROOK met doorgetrokken streep niet gebruiken, ook niet om voor te sorteren om rechts af te slaan. Vraag; mag je fietsstrook wel gebruiken om snel (1 seconde werk) iemand in of uit te laten stappen? Nee, mag niet, zowel NIET op fietsstrook met als zonder doorgetrokken streep markering. Auto mag niet stilstaan op rijbaan langs fietsstrook.